Geschiedenis Vermeersch orgel
In 1814 leverde J.J. Delhaye een orgel voor de Sint-Antoniuskerk van Brasschaat. Dit orgel werd doorverkocht aan de Cellebroeders van Lier. Later verhuisde het naar de overzijde van de straat waar het werd opgebouwd in het klooster van de Zwartzusters. Het Delhaye orgel kan op deze plaats nog steeds bewonderd worden.
Het Vermeersch orgel werd in 1870 gebouwd. De kast werd geleverd door Van Boeckel uit Lier. Het orgel werd in WO II beschadigd. In 1950 werd het omgebouwd en gepneumatiseerd door Gerard D'Hondt. In de decennia nadien raakte het geleidelijk aan in verval. In het kader van de restauratie van de kerk werd besloten om ook het orgel onder handen te nemen. Het was de eerste keer in Vlaanderen dat zo'n relatief jong instrument als geklasseerd monument met overheidssubsidies werd gerestaureerd. In 1977 maakte Gabriel Loncke het bestek op en in 1981-82 werden de werken uitgevoerd door de firma Pels uit Herselt.
Het Vermeersch orgel is een bijzonder merkwaardig, ietwat hybride, maar zeer mooi instrument. Het is duidelijk dat het orgel door de ingrijpende verbouwing van het oude doksaal zich niet meer in de ruimte manifesteert zoals vroeger. Het overvloedig gebruik van vast tapijt heeft ook de akoestiek van de kerk gewijzigd. Bij de restauratie heeft men zich bij bepaalde beslissingen laten leiden door vooronderstellingen en niet door historische gegevens. Zo werd het Positief in de voet van de orgelkast geplaatst. Het leverde een gemakkelijker bereikbaarheid op voor het stemmen, maar leidde ook tot een gebrekkiger klankuitstraling van dat pijpwerk, om dat het nu in een gesloten kast staat opgesteld. Hierdoor werd ook de aanleg van de mechaniek omgedraaid een kwam het klavier van het Groot orgel boven te liggen en dat van het Positief beneden. Het klavier werd voorzien van een anachronistische schuifkoppel. Deze ingrepen kwamen niet altijd de klank en zeker niet het speelcomfort ten goede. Om de klankuitstraling van het Positief te verbeteren werden een aantal luiken van de onderkast opengemaakt.
Het Vermeersch orgel werd in 1870 gebouwd. De kast werd geleverd door Van Boeckel uit Lier. Het orgel werd in WO II beschadigd. In 1950 werd het omgebouwd en gepneumatiseerd door Gerard D'Hondt. In de decennia nadien raakte het geleidelijk aan in verval. In het kader van de restauratie van de kerk werd besloten om ook het orgel onder handen te nemen. Het was de eerste keer in Vlaanderen dat zo'n relatief jong instrument als geklasseerd monument met overheidssubsidies werd gerestaureerd. In 1977 maakte Gabriel Loncke het bestek op en in 1981-82 werden de werken uitgevoerd door de firma Pels uit Herselt.
Het Vermeersch orgel is een bijzonder merkwaardig, ietwat hybride, maar zeer mooi instrument. Het is duidelijk dat het orgel door de ingrijpende verbouwing van het oude doksaal zich niet meer in de ruimte manifesteert zoals vroeger. Het overvloedig gebruik van vast tapijt heeft ook de akoestiek van de kerk gewijzigd. Bij de restauratie heeft men zich bij bepaalde beslissingen laten leiden door vooronderstellingen en niet door historische gegevens. Zo werd het Positief in de voet van de orgelkast geplaatst. Het leverde een gemakkelijker bereikbaarheid op voor het stemmen, maar leidde ook tot een gebrekkiger klankuitstraling van dat pijpwerk, om dat het nu in een gesloten kast staat opgesteld. Hierdoor werd ook de aanleg van de mechaniek omgedraaid een kwam het klavier van het Groot orgel boven te liggen en dat van het Positief beneden. Het klavier werd voorzien van een anachronistische schuifkoppel. Deze ingrepen kwamen niet altijd de klank en zeker niet het speelcomfort ten goede. Om de klankuitstraling van het Positief te verbeteren werden een aantal luiken van de onderkast opengemaakt.